01 Maart 2006
Vorige week zondag kwam ik terug uit Frankrijk met een super gevoel. Dat ik zondags afgestapt was vanwege pijn in mijn achillespees deed daar geen afbreuk aan. Ik wist wat ik er aan kon doen dus dat zou met 2 dagen opgelost zijn. Ik was vast van plan om in Het Volk te gaan uitpakken. Ik had een nieuwe positie, de vorm was erg goed en de moraal super. Tot ik maandag telefoon kreeg. Het gebruikelijke hoe gaat het en hoe gingen de wedstrijden verhaal. Op het eind werd mij gezegd dat ik Het Volk niet zou rijden. Dit kwam nogal hard op mijn dak en ik sputterde dan ook flink tegen. Natuurlijk had dat geen zin, want de beslissing was al genomen. Er zouden nog genoeg mooie wedstrijden komen en ze wilden graag goed frisse mannen voor Kuurne. Teleurgesteld hing ik de telefoon op.
Vervolgens heb ik een week lang lopen balen dat ik het volk niet mocht rijden. De achillespees werkte ook niet echt mee en dat deed mijn gemoed zeker niet goed. Toch heb ik redelijk kunnen trainen. Ik had mezelf maar voorgenomen om mijn zinnen te zetten op de Tirreno. Totdat ik zaterdagochtend om half 8 wakker werd. Niet echt een tijd voor mij om wakker te worden. Ik keek op de telefoon om te kijken hoe laat het was en toen zag ik dat ik een oproep gemist had. De ploegleider. Het zal toch niet..........
Als ze me echt nodig hebben zullen ze me nog eens bellen, dus draaide ik me nog een keer om. De telefoon had ik inmiddels wel van stil gehaald voor het geval dat. Een kwartier later, ik lag net weer te slapen, ging de telefoon opnieuw. Opnieuw de ploegleider. ‘Steven de Jongh is ziek, zou je hem willen vervangen.’ ‘We snappen wel als je niet wilt maar je bent toch de eerste keuze.’ Nu was mijn humeur niet al te best dus ik zei dat ik ervan af zag. Ik had de dag ervoor nog normaal getraind en mijn achilles had ik die dag nog gevoeld. Bovendien lag er geen brood in de kast dus van een lekker ontbijtje kon ik niet genieten. Achteraf was daar toch geen tijd voor.
Ik hing op en gelijk bedacht ik dat het wel heel mooi zou zijn op op deze manier revange te kunnen nemen. Of wat zou er mooier zijn als: Het Volk winnen terwijl hij ’s ochtends nog niet weet dat hij rijdt. Ik was de hele week chagrijnig dat ik niet mocht rijden, krijg ik alsnog de kans draai ik me om. Daar zou ik spijt van krijgen. Stel dat ik nu alsnog superbenen had. Dus vlug bel ik de ploegleider terug. In gesprek. Shit, hij heeft vast al iemand anders aan de telefoon. Andere ploegleider bellen. Ook in gesprek. Nog weer eens de andere bellen en ja hoor hij gaat over. Ik vertel dat ik me bedacht heb en aangezien ze nog niemand anders bereikt hebben ben ik van harte welkom.
Even vlug gebeld naar Nico en Alice (de pleegouders van de wielrenners in Lanaken) of zij nog brood hebben. Natuurlijk en als ik daar kom is er een heel ontbijt voor me klaar gemaakt. Dat nuttig ik onderweg. 160 km in een 1.15 uur, en dat zonder bekuurd te worden dankzij Q-music. En zo ben ik precies op tijd voordat de bus vertrekt. Het hele circus trekt een beetje aan me voorbij, met mijn kop ben ik er nog niet bij. Maar eenmaal vertrokken gaat het wel. Ik spring een keer mee, en zie dat er achter mij een gat valt. Er is al een groep weg, maar met 4 renners zijn we in de achtervolging. Ik voel me totaal niet geroepen om mee te draaien, want er is er eentje zo vriendelijk geweest om met zijn derailleur twee spaken uit mijn wiel te rijden, waardoor die niet bepaald lekker draait. Vorige week overkwam mij het omgekeerde en toen bezweek gelijk mijn derailleur. Het is een oneerlijke wereld.
Wisselen van wiel heeft niet veel zin, want dan kom ik nooit bij de kopgroep en ook als we zijn aangesloten heeft het geen zin want dan val ik weg uit de kopgroep. Dus ik moet wachten tot de ploegleiders achter de groep komen of wisselen op de kwaremont. Die komt pas 30km verder en als ik dan uiteindelijk gewisselt heb heeft me dat al veel energie gekost door dat aanslippende wiel. Vervolgens krijgen we 6 min voorsprong en ik besluit de energie die ik met dat wiel vergooid heb nu te sparen en laat het meeste werk aan de anderen over. De voorsprong loopt daarna snel terug en op het moment dat we vooraan het tempo verhogen komen we voor een dichte spoorwegovergang. Dan weet ik al dat het mijn dag niet is. Met een resterende voorsprong van 1.40min, we hebben er toch anderhalve minuut mee verloren, vertrekken we weer en nu blijft de voorsprong rond de 2 min. Echt jammer is het, want hadden we die 3 min voorsprong behouden dan werd het een heel andere wedstrijd. Uiteindelijk kunnen we niet voorkomen dat het iets terugloopt en met die gedachte draai ik als laatste de molenberg op. NOOIT DOEN! Les 1 van het wielrennen in vlaanderen. Rij nooit als laatste van de groep een klim op. Of anders gezegd, draai bij de eerste 5 een klim op. Ik realiseer me dit en probeer het goed te maken op de kasseien. Maar daar verspil je veel te veel energie mee. Ik kom nog als 3e boven, maar zit volledig en bloc en laat me er een hoop passeren. Voor ik het me realiseer zit ik alleen en zitten er nog maar 2 gelosten achter me. Zelf krijg ik het gat niet meer dicht en zo is de resterende groep gevlogen. Tja, was mijn dag toch al niet. En mijn benen zijn toch ook de beste niet meer.
Het peleton komt achterop en ik kan deze nog redelijk volgen. Als we een van de laatste kasseien stroken oprijden ga ik ook nog eens in een bocht onderuit. In een flits zie ik een Raborenner over me heen rijden. Wauters? Nee, maar een flashback naar Parijs-Roubaix is er wel. Als ik wil opstaan blijkt dat ik mijn kuit behoorlijk pijn gedaan heb. Logisch vervolg van het niet hebben van je dag. Ik besluit rechtstreeks naar de finish te fietsen met kramp in mijn kuit. Natuurlijk blijkt dit niet de richtste weg te zijn en duurt het nog verschrikkelijk lang voor ik er ben. Pffffff....... het is mijn dag echt niet.
Na de finish is er al snel besloten dat ik de volgende dag beter niet mee doe aan Kuurne en zo kan ik weer richting huis. Behoorlijk chagrijnig en teleurgesteld. Het is totaal niet geworden wat ik verwacht of gehoopt had. Was dit nu die mooie koers ‘De Omloop Het Volk’? Voor Gilbert ongetwijfeld, maar ik ben echt wel genezen. Heb ik me toch echt voor niks de hele week druk lopen maken.
Maandag heb ik dat hele weekend maar afgesloten en ondanks dat het snertweer was heb ik meer dan 4 uur getraind. Heerlijk, ik ben klaar voor Tirreno Adriatico, voorafgegaan door een eendags wedstrijd onder de naam Lucca.
Groetjes Bram