09 Maart 2006
Na een aantal dagen waarin ik niet zo lekker op de fiets zat vanwege een zware verkoudheid, was het vandaag goed. Niet de verkoudheid, want dat is bij mij zoals gebruikelijk op mijn longen geslagen en nu heb ik dus weer last van hoestbuien en dergelijke. Maar gisteren en eergisteren voelde ik me lichamelijk niet zo goed, en kon daarom niet diep gaan. Dat was voor mij wel een beetje een tegenvaller, want ik had gehoopt in mijn eerste wedstrijd van het seizoen uit te pakken. Ook al weet ik dat ik toch wel een etappe wedstrijd in de benen moet hebben voor ik beter word.
Vandaag dan ook met het oog op de verkoudheid rustig van start gegaan achterin het peleton, maar al snel ontstond er een kopgroep van 12 renners. Onze ploeg zat daar niet bij en toen ik zag dat AG2R niet van plan was het gat te dichten, of niet konden dichten besloot ik dat ik het toch maar een moest proberen. Verschillenden probeerden te sprong te wagen, maar tevergeefs. Samen met Jurgen van der Walle ben ik naar voren gereden en heb hem gevraagd of hij het eerste deel van het gat kon dichten. Dus met z’n tweeën zijn we gedemarreerd en sloegen een gat met het peleton. Vervolgens reed Jurgen een paar honderd meter volle bak op kop en gaf mij daarna een echte hand aflossing zoals bekend van de baan en moest ik het resterende gat dichten. Dat viel niet echt mee, maar met een uiterste inspanning sloot ik toch aan. Dit was wel onderaan de voet van de eerste klim dus herstellen was er niet bij en zo heb ik eerst een hele tijd in de wielen gehangen alvorens ik kon mee draaien.
De groep draaide redelijk goed, maar ondanks de inspanningen kregen we maar 2 min voorsprong. Toen op dat moment de auto’s aansloten liep het terug. Zodra de volgwagens achter een ontsnapping komen rijden roept de helft van de renners altijd de auto zodat ze een excuus hebben om even niet meer op kop te komen. Hierdoor raken anderen weer geïrriteerd en zo is dan de samenwerking weg. Ook vandaag was dat het geval en zo hadden we op 45 km van de finish nog maar 55 sec voorsprong. Als dan ook nog eens zo stom kuiken gaat demarreren dan is bij mij ook de tolerantie grens overschreden. Ik zet mij op kop van de groep schakel een paar tanden bij en rij hem hard voorbij met heel de groep in mijn wiel. Hij wordt even kwaad, maar vervolgens moet hij toch inpikken en dat kostte toch even moeite. Ik ook tevreden. Het gevolg is wel dat in een keer iedereen weer mee wil rijden en het tempo gaat weer omhoog. De voorsprong loopt uit tot 1.50 min op iets meer dan 20 km van de meet.
Op dat moment realiseer ik me dat dit wel eens tot het einde kan gaan duren en ik spreek mezelf toe dat ik kan winnen en ook echt wil winnen. Vanaf 20 km voor de meet wordt er gedemarreerd en zelf doe ik ook dapper mee. Maar alle pogingen mislukken. Op 3 km van de meet als weer een poging ten einde loopt zie ik er eentje demarreren die dat nog niet eerder gedaan heeft. Dat moet dus een hele bewuste zijn en ik reageer. En als ik omkijk zie ik de groep stilvallen. We hebben nog 30 sec op het peleton dus het moet lukken. Er weet er nog een aan te sluiten. En die demarreert nog op iets meer dan een kilometer van de meet. Ik ga hem halen omdat ik zie dat mijn compagnon het moeilijk heeft. Op 600m van de meet sluit ik aan en we draaien het laatste rechte eind op. In mijn oortje heb ik al gehoord dat ik niet te vroeg op kop moet komen aangezien de meet iets bergop loopt.
Dit is de eerste keer dat ik echt voor de overwinning ga sprinten, maar heb ondertussen wel de ideale postie ingenomen door in tweede stelling te zitten. Niet zelf beginnen hou ik vol. Ik kijk achter mij en zie dat de rest van de groep dichter komt, maar heb het idee dat ze te laat zijn. Ondertussen zakt het tempo. Op 400 meter van de finish gaat de eerste aan en ik volg makkelijk in zijn wiel, op 200m versnel ik en op het moment dat ik hem passeer en ik denk dat ik ga winnen, zie ik lings de eersten van de groep op volle snelheid passeren. Dan weet ik ook dat ik te laat ben en sprint als 4e over de finish.
Na de finish kan ik alleen maar enorm balen. Alles ging goed, maar had blijkbaar toch een inschattingsfout gemaakt over hoe ver de groep achter ons lag. Ik heb gegokt dat de ander zou beginnen en heb niet de fout gemaakt zelf te vroeg te beginnen met de kans dat je stil valt. Nu weet ik na de overwinning van Duitsland ook wat echt verliezen is. Zoveel kansen krijg je niet als je een renner bent zoals ik en dan is iedere keer als je verliest heel jammer. Toch heb ik er ook van geleerd. Ik kon ook in de laatste 200m nog versnellen terwijl ik mezelf altijd echt traag betiteld heb aan de meet. Maar blijkbaar ben ik wel in staat iemand aan de finish te kloppen. Niet dat ik op mijn sprint moet gaan vertrouwen maar ik hoef er toch ook niet heel bang voor te zijn in een klein groepje. Dat geeft toch vertrouwen. En na de teleurstelling van afgelopen dagen is dit toch een lekkere opsteker. Maar ja, wat scheelt het, 50 meter meer voorsprong, 5 sec eerder beginnen met de sprint. Winst en verlies zit zo dicht bij elkaar. Ik heb gegokt en verloren.
Groetjes Bram