Het is maar een moment, een punt, waarop daarna alles gewoon verder gaat. Maar het voelt anders. Elke dag kun je besluiten iets nieuws te beginnen, maar we zijn nu eenmaal gekoppeld aan tijd en traditie en daarom is nieuwjaarsdag zo’n aparte dag. Een nieuw begin. Oudjaar avond zitten Vera en ik aan tafel om het jaar nog eens te evalueren en vooruit te kijken naar een nieuw jaar. We kunnen niet anders concluderen dat het een heftig jaar is geweest. Maar mooi. En het nieuwe jaar belooft veel goeds te brengen.
Het wisselen van het shirt gebeurt in de daaropvolgende dagen. Het eerste moment dat ik ga trainen in Rabo kleren is toch een speciaal moment. Met Roos op de arm maakt Vera een foto. En juist deze familie bezigheid is er een die er voor gezorgd heeft dat ik me anders voel. Een familie. Het is goed voor een wielrenner heb ik altijd horen zeggen en daar lijkt het dan ook op. Uiteraard is het zo dat als ik voor het eerst op trainingskamp ga ik thuis meer zal missen dan ooit, maar het feit dat je, je blij voelt en goed in je vel zit maakt het allemaal goed. Want ondanks deze nieuwe situatie kijk ik meer uit naar het trainingskamp dan anders.
Het voelt nieuw, ik voel me nieuw. Het voelt alsof ik opnieuw met wielrennen begin hoewel het natuurlijk totaal anders is. Afgelopen jaar, mijn beste jaar bij Quick Step, heeft me moraal gegeven en deze heb ik meegenomen naar Rabobank. Even leek een knieblessure roet in het eten te gooien. Een klein stuurfoutje in het bos zorgde ervoor dat mijn knie hard tegen het stuur belandde en dat in combinatie met de vrieskou van dat moment en de zware krachttrainingen van de voorgaande periode veroorzaakte een ontsteking boven op mijn knieschijf. Een week heb ik nauwelijks iets kunnen doen. Mijn eerste keer op de fiets was een test en hier bleek dat mijn conditie prima was. Ongetwijfeld het werk van de afgelopen winter en dit was ook meteen het moment dat ik mijn training weer op kon pakken.
Met een ‘kinderlijk neo -gevoel’ ga ik dan ook op trainingskamp. En hoewel het nog een maand in het vooruit is kijk ik uit naar de eerste wedstrijden. Ik kan er anders ingaan. Mijn strijdplan aanpassen. Het voelt alsof ik me opnieuw kan ontdekken. Ik ben geen superklimmer, supertijdrijder en supersprinter, dus de mogelijkheden zijn beperkt, maar er is hoop, en de wil om het beter te doen.