Mijn Vlaanderen
Ik zie werkelijk een prachtige koers, alleen mis ik mezelf een beetje hoewel ik er wel rij. Bij de start van de koers voel ik me niet super door het feit dat ik zwaar verkouden ben en ademhalen gaat niet helemaal lekker. Maar toch voelen de benen goed en als ik de meeste valpartijen heb kunnen ontwijken en we komen bij het eerste klimmetje voel ik dat mijn vorm peil prima is. Niet genoeg om met de besten mee te kunnen, maar wel goed. Hoewel je die inschatting wat moeilijk kunt maken na 1 klim en 100km Vlaanderen.
De molenberg levert het eerste spektakel, met glij duw stamp en trek werk. Voornamelijk betrekkend op je pedalen om omhoog te komen op de glibberige keien. Hier en daar moet een renner voet aan de grond zetten, maar ik blijf ervan bespaard en kom zonder kleerscheuren boven. Op dat moment is er al een groot gedeelte van het peloton uitgeschakeld door opgelopen. Daarna wordt het ook even heel koud als het begint te sneeuwen, en de handschoenen die ik heb afgegeven bij de auto haal ik weer op. In het vlakke stuk voor de Kwaremont. Een klein risico neem ik daarmee, omdat het daardoor een beetje onzeker wordt of ik nog wel vooraan kom op tijd voor de kwaremont, het eerste breekpunt. Maar ik prefereer warme handen omdat ik wil voorkomen dat ik volledig verkleumd op de fiets kom te zitten.
Net op tijd kom ik nog vooraan en dan kan het echt beginnen. De Kwaremont overleef ik vrij makkelijk, vervolgens de Patersberg en als ik na de afdaling daarvan achterom kijk zie ik dat er nog maar een renner in mijn wiel zit op weg naar de Koppenberg. Goed, denk ik. Net gered. Op het smalle weggetje naar de Koppenberg valt het wat stil en kunnen er weer veel aansluiten, maar die komen natuurlijk nooit meer van voren. Geen doorkomen aan. Mijn positie is goed dus ik ben blij. Totdat we de Koppenberg opdraaien. Pangg!!! Klapklapklap, zo klonk het ongeveer. Een spaak uit mijn toch al niet rijk gespaakt wiel. Ik zet mijn voorrem open maar dat voorkomt niet dat mijn wiel tegen mijn rem aan komt. En daarmee de toch al niet makkelijke Koppenberg op is niet echt een voordeel. Het gaat redelijk tot halverwege. Het wiel slingert alle kanten op en dan stopt er ook nog eentje voor me. Dus lopen dan maar, ik heb even het idee dat dat toch misschien wel sneller gaat dan fietsen met zo’n aanlopend voorwiel.
Een ding heb ik wel geleerd. Lopen op fietsschoen omhoog op de Koppenberg gaat echt niet sneller als fietsen. Wat een drama. Glibberend kom ik uiteindelijk boven waar ik bovenop ook nog eens de verdekt opgestelde mechaniekers bijna voorbij rij. Als ik dan de afdaling in rijdt zie ik de eerste al heel ver voor mij. Dat is niet leuk kan ik je vertellen. Zo goed en kwaad als het gaat rij ik er een hoop voorbij en zet ik de achtervolging in. Niet wetend dat vooraan de koers is los gebarsten. Gelukkig heeft Hoste ook pech en die kom ik achterop. Na een tijdje komt hij mij weer achterop en vanaf dat moment kan ik de achtervolging overlaten aan zijn ploegmaats. Op de Berendries sluiten we pas weer aan, maar op dat moment springt Boonen weg. Hoste probeert er nog achter te springen en ik kan met hem mee, maar bij de eersten aansluiten lukt niet. Dus weer achtervolgen. Bij de Valkenberg op 30km van de finish sluiten we echt aan hoewel er dan een klein groepje vooruit is met Langeveld.
Echter ben ik op dat moment al zo dood als een pier, en hoewel de groep nog maar 40 renners groot is kan ik niet meer voorin komen. Ik kan nog een extrannetje afgeven aan Flecha en Langeveld en daarmee houdt het op. Ik ben even bang dat ik de muur ook omhoog moet gaan lopen, maar dat blijkt achteraf mee te vallen. Ik kom erover met een groepje dode pieren, er zijn er meer blijkbaar, en gezamelijk rijden we naar de finish. Ik ga me nog even verontschuldigen bij Hammond, die ik in de Panne nogal wat lelijke woorden had toegezonden. Hij toont begrip dus levert Vlaanderen toch nog wat voor me op. Echt mee kunnen doen heb ik niet, maar gelukkig maken mijn ploegmaats het ruimschoots goed en blijkt Rabobank een fantastisch mooie koers gereden te hebben. Dat zie ik echter pas vandaag op de tv. En over mezelf? Ach, ik was goed, maar niet super. Toch ben ik tevreden. Er zat gewoon niet meer in. En die pech? Dat hoort er nu eenmaal bij in zo’n koers. Ik denk dat er naast mij nog wel een heel aantal zijn die het is overkomen. ‘He Karsten?’
Groetjes Bram