We zitten nu in de bus op weg naar het hotel. Op de tv de finale van de wedstrijd van vandaag, die elke dag wordt opgenomen door de buschaffeur. Elke dag roepen we, om een beetje te dollen, tegen de debutanten Langeveld en Ten Dam, ‘vandaag gaat de Tour beginnen’. Zo ook vanochtend. Het profiel zag er veelbelovend uit. Een klim van 3e catogorie vanuit het vertrek. Dat zorgt altijd voor spectakel. Bovendien was de etappe niet al te lang en dat is een tweede factor voor spectakel. Met deze ingrediënten vertrokken we en ja hoor, het werd spektakel. Ik was daarom blij dat ik hele goede benen had. De eerste klim kwam ik zelfs als 4e boven en daarmee pakte ik een punt voor de bolletjes trui. Misschien moet ik de gele trui maar uit mijn hoofd zetten en voor de bolletjes trui gaan dacht ik nog.
Het parcours ging over smalle weggetjes waarvan geen meter vlak was. Er stond veel wind en blijkbaar had iedereen er zin in. Elke ontsnapping werd teniet gedaan en toen er een valpartij was en het peloton daardoor brak stonden de seinen helemaal op groen om volle bak te koersen. Het werd een groot slagveld. Ik blijf het raar vinden dat je dagen hebt dat iedereen niet wil koersen en het de hele dag relatief rustig gaat en iedereen solidair is met elkaar en dat er dagen zijn dat als er eenmaal gekoerst wordt het niet meer stilvalt en het een ware oorlog is. Dat zijn dagen, waar je later als je herinneringen ophaalt met z’n allen, weer over spreekt, een echte tourdag. Op het eind lag er nog een venijnig klimmetje die de eerste groep, waarin ik me goed kon handhaven, uit elkaar deed spatten. Iedereen kwam puffend en afgemat de bus in. De kortste etappe was meteen de zwaarste. En we waren het er over eens. De Tour is nu toch echt begonnen.